Wetboek van Strafvordering
Artikel 552r
1
Wanneer het onderzoek, dat na de landing van een vreemd luchtvaartuig in Nederland ingevolge artikel 13, vierde lid, van het Verdrag inzake strafbare feiten en bepaalde andere handelingen begaan aan boord van luchtvaartuigen ( Trb. 1964, 115) moet worden ingesteld naar hetgeen aan boord van het luchtvaartuig is voorgevallen, betrekking heeft op een feit ten aanzien waarvan de Nederlandse strafwet niet toepasselijk is, wordt het ingesteld overeenkomstig de bepalingen die gelden voor een opsporingsonderzoek met betrekking tot andere misdrijven dan die welke in artikel 67, eerste lid, zijn omschreven. Voor de toepassing van artikel 146 wordt het feit geacht te zijn begaan ter plaatse waar het luchtvaartuig is geland.
2
De opsporingsambtenaren die het onderzoek verrichten kunnen behalve de in artikel 94 bedoelde voorwerpen in beslag nemen de voorwerpen die de gezagvoerder van het vreemde luchtvaartuig ingevolge artikel 9, derde lid, van het Verdrag na de landing overlevert.
3
Het bepaalde bij en krachtens de artikelen 116-118, 119, 552a en 552ca-552e is van overeenkomstige toepassing. In de plaats van het volgens artikel 117, derde lid, bevoegde gerecht treedt de rechtbank binnen welks rechtsgebied het luchtvaartuig is geland.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
-
LJN AT7291, Cassatie, 00258/05 B
Rechtsoort
Straf
Datum uitspraak
05-07-2005
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Cassatie
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Hoge RaadBeklag ex art. 552p Sv. Voorbehoud terugzending stukken ex art. 552p.3 Sv. De bestreden beschikking houdt niet in dat aannemelijk is dat de rechthebbende op de inbeslaggenomen stukken van overtuiging niet in NL verblijf houdt. In verband hiermee had de rb het verlof ex art. 552p.2 Sv slechts mogen verlenen... -
LJN BA6571, Cassatie, 02837/06 B
Rechtsoort
Straf
Datum uitspraak
11-09-2007
Status
gepubliceerd
Soort procedure
Cassatie
Instantie
gepubliceerd
Rechtsoort
Hoge RaadHet beroep is ingetrokken nadat de AG ttz van de HR zijn conclusie had genomen en derhalve na de aanvang van de behandeling van het beroep a.b.i. art. 453 Sv. De HR doet de zaak op het bestaande beroep af (vgl. HR LJN AH9919).